Wat doet risico met uw rendement?
Voor we uitleggen waarom tijd uw beste vriend is, moet u iets meer weten over risico. Want de hoeveelheid risico die u kunt nemen, gaat altijd hand in hand met het aantal jaren dat u heeft om te beleggen. En dat risico heeft een flinke impact op uw rendement.
Op de beurs geldt namelijk deze: hoe meer risico u neemt, hoe hoger het verwachte rendement. Maar ook: hoe hoger de kans op een verlies. Omgekeerd werkt dat ook. Als u minder risico neemt, is de kans op verlies kleiner, maar het verwachte rendement lager.
Natuurlijk zijn er heel veel beleggingen die allemaal verschillen in de mate van risico die ze met zich meebrengen. Beleggen in Costa Ricaans teakhout levert u bijvoorbeeld een stuk meer risico op dan een Nederlandse staatsobligatie.
Aandelen versus obligaties
Bij Brand New Day houden we het simpel: u kunt bij ons alleen beleggen in indexfondsen, waarbij u de keuze heeft tussen aandelen- en obligatiefondsen. Beetje saai, wel heel effectief. We behandelen hier daarom alleen het risico van die aandelen en obligaties.
Het risico van aandelen is hoger: ze stijgen harder als het hosanna is op de beurs, maar dalen ook sneller in waarde als zich een crisis voordoet. En dat gebeurt geheid, eens in de zoveel tijd.
Obligaties zijn een minder risicovolle belegging. Ze reageren minder heftig als het onrustig is op de beurs, maar tegelijkertijd is het verwachte rendement een stuk lager dan dat van aandelen.
Dat ziet u in de onderstaande tabel. Die vermeldt de rendementen van Amerikaanse aandelen en kort- en langlopende obligaties uit de VS. Langlopende obligaties zijn obligaties die in 10 jaar worden terugbetaald en daardoor meer risico kennen dan kortlopende obligaties. Kortlopende obligaties worden sneller terugbetaald en zijn daarom wat veiliger en leveren een lager verwacht rendement op.
Jaar | Rendement aandelen | Rendement langlopende obligaties | Rendement kortlopende obligaties |
---|---|---|---|
2008 | -36,55% | 20,10% | 1,37% |
2009 | 25,94% | -11,12% | 0,15% |
2010 | 14,82% | 8,46% | 0,1.4% |
2011 | 2,10% | 16,04% | 0,05% |
2012 | 15,89% | 2,97% | 0,09% |
2013 | 32,15% | -9,10% | 0,06% |
2014 | 13,52% | 10,75% | 0,03% |
2015 | 1,38% | 1,28% | 0,05% |
2016 | 11,77% | 0,69% | 0,32% |
2017 | 21,61% | 2,80% | 0,93% |
2018 | -4,23% | -0,02% | 1,94% |
2019 | 31,21% | 9,64% | 1,55% |
2020 | 18,02% | 11,33% | 0,09% |
2021 | 28,47% | -4,42% | 0,06% |
Het rendement van aandelen (in USD) is gebaseerd op de S&P 500 (inclusief dividend), een index bestaande uit aandelen van de 500 grootste Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven. Het rendement van obligaties (in USD) is gebaseerd op langlopende (10-year treasury bonds) en kortlopende (3-month treasury bills) Amerikaanse staatsobligaties. In de bovengenoemde rendementen is geen rekening gehouden met aftrek van kosten. Cijfers zijn afkomstig van NYU Stern School of Business.
Is risico nemen erg?
Risico nemen klinkt misschien eng, maar dat is het eigenlijk helemaal niet. Als u zelf maar de juiste voorzorgsmaatregelen neemt. Lekker lang de tijd nemen, bijvoorbeeld.
Het risico dat u kunt nemen, hangt samen met het aantal jaren dat u heeft om te beleggen. Of, anders gezegd: uw beleggingshorizon. Een lange beleggingshorizon is best heel erg essentieel voor een mooi rendement.
Heeft u flink wat tijd (bijvoorbeeld 10 jaar) voor u het geld nodig heeft? Dan is de kans op een goed rendement gemiddeld groter dan wanneer u maar enkele jaren de tijd heeft.
Want stel, u had in 2008 een jaar de tijd om te beleggen voor een nieuwe auto. U belegde uw geld voornamelijk in aandelen, want het verwachte rendement van aandelen ligt nu eenmaal hoger. Maar het rendement was dat jaar – met dank aan de kredietcrisis – dramatisch. Uw geld daalde bijna 37% in waarde (zie de tabel hierboven). Niet erg fijn als u met dat geld een nieuwe bolide wilde kopen.
Had u vanaf 2008 niet 1, maar zo’n 5 jaar de tijd gehad om te beleggen? Dan was zo’n verlies van 37% in het eerste jaar alsnog behoorlijk schrikken. Maar hadden de 4 jaren daarna een hoop goed gemaakt. Als u gewoon was blijven beleggen, was u dat rampjaar alweer snel vergeten.
Daarom is (veel) tijd cruciaal als u gaat beleggen. En ja: u maakt dan geheid ook eens een minder jaar mee. Maar de kans dat zo’n jaar veel invloed heeft op uw totale rendement wordt zo stuk kleiner. U doet er dus goed aan om lekker de tijd te nemen bij het beleggen.
Wat als…
De bovenstaande cijfers zijn niet uit de lucht gegrepen. Het (verre) verleden vertelt ons namelijk dat het risico van beleggen een stuk groter is als u haast heeft. Kijkt u maar eens naar de grafiek hieronder.
We vergelijken hierin de rendementen van sparen en beleggen. Als we alle periodes van 1 jaar vanaf 1928 bekijken, dan zijn er bijvoorbeeld aardig wat jaren geweest met een (fors) verlies voor aandelen:
Sparen versus beleggen tijdens periodes van 1 jaar
Het gemiddelde jaarlijkse rendement over periodes van 1 jaar voor beleggen en sparen. Berekeningen door Brand New Day. Data voor beleggen komt van de S&P 500-index (in USD, van 1928 tot en met 1969), de MSCI World Index (in USD, van 1970 tot en met 2004) en de MSCI World Index (gehedged naar euro’s, van 2005 tot en met 2019). Data voor sparen betreft het rendement op Amerikaanse treasury bills (in USD, van 1928 tot en met 2002) en de gemiddelde jaarlijkse rente op Nederlandse spaarrekeningen zonder vaste looptijd (bron: DNB, van 2003 tot en met 2018). Deze berekeningen zijn exclusief eventuele afgetrokken kosten.
Kijken we naar alle periodes van 5 jaar sinds 1928, dan is het aantal periodes met een negatief rendement al heel wat kleiner:
Sparen versus beleggen tijdens periodes van 5 jaar
Het gemiddelde jaarlijkse rendement over periodes van 5 jaar voor beleggen en sparen. Berekeningen door Brand New Day. Data voor beleggen komt van de S&P 500-index (in USD, van 1928 tot en met 1969), de MSCI World Index (in USD, van 1970 tot en met 2004) en de MSCI World Index (gehedged naar euro’s, van 2005 tot en met 2019). Data voor sparen betreft het rendement op Amerikaanse T-bills (in USD, van 1928 tot en met 2002) en de gemiddelde jaarlijkse rente op Nederlandse spaarrekeningen zonder vaste looptijd (bron: DNB, van 2003 tot en met 2018). Deze berekeningen zijn exclusief eventuele afgetrokken kosten.
En kijken we naar alle periodes van 20 jaar? Dan was er geen enkele periode met een negatief rendement meer. Dat betekent dus niet dat er geen negatieve jaren tussen zaten; die waren er genoeg.
Het betekent wel dat het sinds 1928 niet uitmaakte wanneer u begon met beleggen. Want als u minstens 20 jaar belegde, was het gemiddelde jaarlijkse rendement altijd positief (en bovendien vrijwel altijd hoger dan het rendement van een spaarrekening).
Sparen versus beleggen tijdens periodes van 20 jaar
Het gemiddelde jaarlijkse rendement over periodes van 20 jaar voor beleggen en sparen. Berekeningen door Brand New Day. Data voor beleggen komt van de S&P 500-index (in USD, van 1928 tot en met 1969, de MSCI World Index (in USD, vanaf 1970 tot en met 2004) en de MSCI World Index (gehedged naar euro’s, vanaf 2005 tot en met 2019). Data voor sparen betreft het rendement op Amerikaanse T-bills (in USD, vanaf 1928 tot en met 2002) en de gemiddelde jaarlijkse rente op Nederlandse spaarrekeningen zonder vaste looptijd (bron: DNB, vanaf 2003 tot en met 2018). Deze berekeningen zijn exclusief eventuele afgetrokken kosten.
Neem lekker de tijd
U ziet dus: hoe meer u in aandelen belegt, hoe hoger het verwachte rendement. Maar dan gaat u geheid óók eens een crisis meemaken. En dan dalen uw beleggingen in korte tijd even (flink) in waarde.
Dat kan enorm balen zijn als u maar kort de tijd heeft om te beleggen. Maar heeft u langer de tijd? Dan hoeft u van zo’n flinke daling doorgaans niet wakker te liggen. Door de tijd te nemen, vlakt u het risico van zo’n kortstondige daling af.
Tot slot: neem niet meer risico dan u aankunt
U ziet het hierboven: tijd is heel belangrijk als u een mooi rendement wilt halen. Maar net zo belangrijk is uw risicobereidheid. Want áls u heel wat jaren neemt om te beleggen, dan gaat u hoe dan ook eens een flinke beurscrisis meemaken.
Uw hoofd koel houden is dan best een uitdaging, ook al denkt u nu misschien van niet. Er zijn niet voor niets nog steeds heel veel (beginnende) beleggers die bij de eerste de beste crisis hun beleggingen verkopen. Met als gevolg een flink verlies en een levenslang beleggingstrauma.
Ga dus ook even bij uzelf te rade. Heeft u wel de tijd, maar raakt u al in paniek als de rente op uw spaarrekening drie cijfers achter de nul een puntje zakt? Dan is (veel) risico nemen misschien niet het beste idee. Neem nooit méér risico dan waarbij u zich prettig voelt, ook al heeft u nog zoveel jaren om te beleggen.
De risico’s van beleggen
Risicoloos beleggen bestaat natuurlijk niet en u kunt een deel van uw inleg verliezen. Lees meer over de risico’s en hoe u die kunt beperken.